Baby’s en kinderen

Osteopathie ondersteunt kinderen zich te ontwikkelen vanuit een lichaamseigen beweging

Kinderen hebben een lichaamseigen beweging

Een baby ontluikt en ontwikkelt zich vanuit een lichaamseigen beweging. Dit is een gegeven en voor een osteopaat voelbaar in de bindweefselstructuur. Een kind leeft vanuit deze lichaamseigen beweging en laat dit aan zijn omgeving zien. In de buik van moeder kan hij bijvoorbeeld duidelijk ‘aanwezig zijn’ en direct reageren op contact, of juist ‘afwezig zijn’. Als moeder merk je het kind dan nauwelijks op. Na de geboorte zie je onder meer: beweeglijke en rustige, luidruchtige en stille, open (naar buitengericht) en gesloten (naar binnengericht), gulzige en moeilijk drinkende, ontspannen en gespannen, contactmakende en contactwerende baby’s. Vanuit deze eigen manier van doen treedt het kind de wereld tegemoet en ontwikkelt hij zich verder.

Zwangerschap en bevalling kunnen de lichaamseigen beweging verstoren

Zowel bij de aanstaande moeder als het kind kunnen zwangerschap en bevalling invloed hebben op de lichaamseigen beweging.

De moeder

In de loop van de zwangerschap ervaart de moeder andere verhoudingen in het eigen lichaam. Zo wijzigt het ervaren zwaartepunt in het lichaam. Ook zal er een andere druk zijn op buik en rug. Dit kan doorwerken op de nek. Activiteiten als wandelen, fietsen, gaan zitten/staan, traplopen en slapen gaan in de loop van de zwangerschap minder vanzelf. Elke activiteit vraagt gericht aandacht. Het kan aanleiding zijn tot ongevallen of een oplopende spanning in het lichaam, wat zich bijvoorbeeld uit in nek- & rugklachten en/of hoofdpijn.

Het kind

Indien de moeder tijdens de zwangerschap bijvoorbeeld ernstig ziek wordt, een ongeluk krijgt of medicatie gebruikt, kan dit van invloed zijn op de lichaamseigen beweging van het kind. Er kunnen ook problemen ontstaan tijdens de bevalling omdat het kind bijvoorbeeld niet goed indaalt, of met een vacuümverlossing ter wereld komt. In dergelijke situaties kan de beweeglijkheid van schedel en nek worden verstoord. Omdat bloedvaten en zenuwen via schedelopeningen naar de nek en wervelkolom lopen, kunnen deze ingeklemd en overprikkeld raken. Baby’s kunnen dit uiten door buitensporig veel te huilen (huilbaby), overmatig spugen en/of darmkrampen.

Ontwikkelingsproblemen op grond van een verstoorde lichaamseigen beweging

In een ‘gezonde’ situatie ontwikkelt een kind zich fysiek, cognitief, sociaal en emotioneel op grond van zijn lichaamseigen beweging. Door een blokkade of verhoogde weefselspanning in schedel, nek en wervelkolom kan deze lichaamseigen beweging zijn verstoord. Indien het lichaam niet instaat is dit op te heffen, ontwikkelt het kind zich verder op grond van een ‘verstoorde’ beweging. Hier kunnen in de loop van de tijd typische klachten uit voort komen, zoals hoofd- en buikpijn, slecht slapen, oog- en evenwichtsproblemen, bedplassen, allergieën, somberheid en/of concentratieproblemen. Bij de behandeling van dergelijke klachten richt een osteopaat zich op de lichaamseigen beweging. Hij onderzoekt op welke plaatsen in het lichaam – ter hoogte van rug, nek, hoofd en buik – blokkades in het bindweefsel deze beweging verstoren. Met behulp van subtiele behandeltechnieken zorgt hij er voor dat de weefselstructuur op deze plaatsen ont-spant en versoepelt, zodat de lichaamseigen beweging zich weer vrijuit kan manifesteren.

Typische klachten van baby’s en kinderen

Baby

Je kan met je baby voor onder meer de volgende klachten bij een osteopaat terecht: overmatig huilen, onrustig, overprikkeld, slecht slapen, darmkrampjes, allergieën, buitensporig spugen, overmatig kwijlen, problemen met poepen, problemen met het ophouden van het hoofd, het hoofd bij voorkeur één kant ophouden en een scheef of plat hoofd.

Peuter en kleuter

Met je peuter en kleuter kan je een osteopaat bezoeken voor bijvoorbeeld: eetproblemen, slecht slapen, motorische en evenwichtsproblemen, gezichts- en gehoorproblemen, chronische klachten (zoals terugkerende oorontstekingen, voortdurend verkouden of hoesten), allergieën en afwijkend gedrag (te druk, te boos, te langzaam, …).

Basisschoolkind

Met je basisschoolkind kan je een osteopaat bezoeken voor ondermeer: hoofd-, buik-, rug-, nek- en groeipijnen, een moeilijke stoelgang, bedplassen, astma, longproblemen, tandregulatie zoals beetfouten, dyslexie en afwijkend gedrag (te druk, te traag, te boos, te afwezig, te onrustig, te moe…).

Puber/adolescent

Ook voor je puber/adolescent kan een osteopaat uitkomst bieden. Specifieke klachten en/of vragen in deze leeftijdsfase kunnen zijn: hoofd- en buikpijn, hormonale vragen, menstruatieklachten, concentratie- en slaapproblemen, buitensporig moe zijn, groeipijnen, huidklachten (acne), stand van de wervelkolom(scoliose) en een emotionele disbalans.

De behandeling van baby’s en kinderen is minder intensief

Bij baby’s wordt een vervolgafspraak na 2-3 weken gepland, en bij kinderen na 3-4 weken. Het behandelen van baby’s en kinderen is minder intensief. Gemiddeld is bij 1 tot 3 behandelingen een duidelijk resultaat waarneembaar. Het komt voor dat kinderen bij het nemen van nieuwe stappen (zoals het verteren van vast voedsel, gaan kruipen, staan en lopen, zindelijk worden, gaan praten, naar school toe gaan of leren lezen) een steuntje in de rug nodig hebben. Een osteopathische behandeling kan deze ondersteuning bieden.